Meet Tessa // Duurzaamheidscoach // mbo

Wie ben je en waarom heb je gekozen voor het onderwijs?

Ik ben Tessa en ik ben duurzaamheidscoach. Ik wil bijdragen aan een betere wereld. Een duurzamere en meer gelijkwaardige samenleving. Ik geloof dat het kan en hoe beter dan inzetten op de directe omgeving van de jonge mens in ontwikkeling? De nieuwe generatie van toekomstig leiders en disruptieve helden, van verbeelders en makers… Het mbo beslaat het gros van de bevolking en draagt de samenleving. Bij uitstek dus de mensen die in diezelfde samenleving voor verandering kunnen zorgen.

Wat zie je aan kansenongelijkheid in het onderwijs?

Ik zie vooral over het algemeen dat er geen gelijkwaardigheid in de samenleving is. Dat in theorie ‘iedereen alles kan worden’, maar dat je toch nog steeds niet zomaar van een dubbeltje een kwartje wordt.
Ik sprak laatst met een collega over hoe een ‘plaatje van iemand’ al verwachtingen oproept. Die verwachtingen hebben ook de opvoeders, docenten, begeleiders en werkgevers en die zijn gebaseerd op onze eigen conditioneringen, visie en ervaringswereld. En volgens die verwachtingen benaderen wij vervolgens de leerling of student. Ik zie dat de meeste mensen de ander benaderen op basis van ‘eerst zien, dan geloven’. Ik leerde zelf van een heel wijs mens juist de verrassende waarde van ‘eerst geloven, dan zien’. Dat iemand dan boven zichzelf uit kan stijgen, juist door het vertrouwen dat je iemand geeft.

De grootste ontdekking die ik recent met betrekking van het onderwijs deed, of waar ik me pas in de laatste jaren echt bewust van ben geworden, is dat we in het onderwijs een te eenzijdig perspectief bieden en dat we daarmee in de hand werken dat een groot deel uit onze hedendaagse samenleving in onze verhalen en beelden simpelweg niet voorkomt. Ik doel daarmee op dat wij vooral verhalen (en lesmaterialen) van en vanuit een wit, mannelijk, Westers en hetero perspectief hebben meegekregen en deze ook nog steeds grotendeels zo aanbieden en herhalen.

Dat het ons in het onderwijs aan perspectievenrijkdom, aan verscheidenheid, ontbreekt en we daarmee een groot deel van de samenleving impliciet meegeven dat zij de norm zijn. En daarmee is een ander deel van diezelfde samenleving dus automatisch de afwijking op die norm, als we vanuit die norm refereren. Hoe kun je dan verwachten dat we gelijkwaardig samenleven?

Wat zou kansengelijkheid in het onderwijs kunnen bevorderen?

Diversiteitsdenken kan kansengelijkheid bevorderen. Dat betekent dat je wegblijft van het stellen van een norm, waarmee ook per definitie afwijkingen op die norm, die we vaak ook andere waarde toekennen, vervallen. Uitgaan van natuurlijke variaties in de mens en alles gelijke waarde toekennen is de start voor een gelijkwaardige samenleving. En dat kan zich uiten in de toegevoegde waarde zien van diversiteit in je onderwijsorganisatie, in inclusief taalgebruik, betere toegankelijkheid, zowel fysiek als in processen, procedures en documenten. In de manier waarop we lesstof aanbieden, maar ook de lesstof zelf eens kritisch bekijken. Het gaat dus in feite om de omstandigheid creëren, waarbinnen iemand floreert. Die omstandigheid is voor iedereen uniek. Dat doet me denken aan een mooie quote, waar ik heel erg in geloof: ‘when a flower doesn’t bloom, you fix the environment in which it grows, not the flower’. We zijn in het onderwijs geneigd de student aan te wijzen als ‘schuldige’ als die vastloopt of ‘achterblijft’ op de norm. Terwijl er naar mijn idee heel veel andere knoppen zijn om aan te draaien als het niet goed gaat. Ik denk dat je als docent of begeleider nederig moet blijven en moet waken voor een soort superioriteit richting de student. Superioriteit niet zozeer vanuit jezelf als individu, maar vanuit het onderwijssysteem; dus niet ‘het systeem klopt, dus we gaan jou helpen er beter in te passen’, maar beredeneren vanuit iedere student als zijnde het systeem en dan continu verbeteren.

Wat zou je je jongere zelf willen meegeven?

Ik sprak al veel over de norm, waar we onszelf aan afmeten en hoeveel invloed die heeft op ons gevoel van slagen of falen. Ik zou mezelf willen vertellen dat er niet één meetlat is om jezelf en je eigen prestaties aan te meten. Er zijn er veel meer. En de allerbelangrijkste zit in jezelf. Volgens je eigen kompas door het leven navigeren en voor jezelf meten in hoeverre je dichtbij jezelf hebt kunnen blijven, is de enige maatstaaf die écht belangrijk is.