Meet Henny // Docent Nederlands, burgerschap, economie // mbo

Wie ben je en waarom heb je gekozen voor het onderwijs?

Uit een gezin, milieu waarin dat niet vanzelfsprekend was heb ik me, Henny Heima, altijd aangetrokken gevoeld tot het onderwijs. Als eerste uit mijn familie kon ik me verpozen op de universiteit in een tijd waarin de aansprekende politicus, Joop den Uyl, het had over rechtvaardige verspreiding van kennis en macht. Joop den Uyl, wie kent hem nog?

Onderwijs heeft voor mij altijd iets te maken gehad met ontwikkeling en intelligentie. Na een studie Sociale Wetenschappen bij een faculteit die nog net was bekomen van de Maagdenhuisbezetting in de vorige eeuw in het turbulente Amsterdam, ben ik in de jaren ’80 begonnen als docent Economie. Nu heb ik er veertig jaar opzitten. Kijk er met trots op terug. Veel veranderingen en ook veel wat hetzelfde is gebleven. We staan nog steeds voor een klas met jongelingen die nog een heel leven voor zich hebben. In die jaren is de mbo-leerling veranderd in een student. Toen ik op onze school begon hadden we het over leerlingen en spraken we zelden met ouders. We vonden dat de leerling mans/vrouws/mens genoeg was om als jongvolwassene zelf beslissingen te nemen. Nu spreken we over studenten maar organiseren we regelmatig ouderavonden. We hebben intensief contact niet alleen met de student maar ook met vader en moeder. Een mooie ontwikkeling.

Wat zie je aan kansenongelijkheid in het onderwijs?

De maatschappij is in veertig jaar ontegenzeggelijk veranderd, net zoals de omgang met verschillen in de huidige maatschappij drastisch is veranderd. Met heeft het vaak in het onderwijs over achterstanden op het ene of andere gebied. Ik denk dat dat niet helemaal klopt. Als men constateert dat op een bepaald gebied een groep achterstand heeft, komt het vaak voor dat op een ander gebied er een voorsprong bestaat. Bijvoorbeeld op het gebied van de taal. Als een kind van niet- Nederlandse afkomst gebrekkig Nederlands spreekt, vergeet men vaak dat het een voorsprong heeft op het gebied van de Arabische, Turkse taal of misschien wel het Oost-Soemerisch.

Wat zou kansengelijkheid in het onderwijs kunnen bevorderen?

Kansengelijkheid kan alleen bewerkstelligd worden door de kennis en ervaring van de docent. Zij behoren zich te oefenen in de kunst van de onbevooroordeeldheid. Dat is geen makkelijke oefening. Het is o zo menselijk om te observeren en te beoordelen vanuit van tevoren opgesteld perspectief. We moeten onszelf dan ook niet te kritisch benaderen. Fouten maken is menselijk. Fouten toegeven is dat niet.

Wat zou je je jongere zelf willen meegeven?

Ik attendeer collega’s en studenten vaak op de bekende uitspraak uit de roman “De tijgerkat” (hoogtepunt uit de wereldliteratuur) van de Italiaanse schrijver Tomasi di Lampedusa. Deze luidt als volgt: “Als we willen dat alles hetzelfde blijft, behoren we wel te veranderen”.