Wie ben je en waarom heb je gekozen voor het onderwijs?
Ik ben Ed Wisman en ik ben conciërge bij het Mediacollege Amsterdam. Voordat ik het onderwijs in ging, werkte ik als beveiliger bij de GGD Amsterdam. Bij de GGD werkte ik al als supervisor. Ik had geregeld studenten van Mbo-opleidingen onder mijn hoede. Dit vond ik heel leuk. Toen mijn vrouw de vacature voor conciërge/ toezichthouder tegenkwam, heeft ze namens mij gesolliciteerd. Een leuke verrassing toen ik werd gebeld met een uitnodiging voor een gesprek. Als conciërge lag de nadruk op klusjes doen in de school. Omdat ik ook een technische achtergrond in de bouw heb, paste dit goed bij me. Het gedeelte als toezichthouder was gericht op de veiligheid in de school, dus ook dat was een match.
Ik werk nu 17 jaar in het onderwijs en ik heb nog geen dag spijt gehad van deze overstap. Al was het in het begin niet makkelijk. Het duurde even voor ik de leerlingen begreep. Ik kwam erachter dat heel veel leerlingen ook gewoon zorg nodig hebben. Inmiddels ben ik gediplomeerd pedagogisch conciërge en ben ik bewust bekwaam in mijn omgang met de leerlingen. Omgaan met pubers is het mooiste wat er is.
Wat zie je aan kansenongelijkheid in het onderwijs?
Ik zie veel verschil tussen leerlingen, bijvoorbeeld wat betreft kleding. Dat werkt door in gedrag. Leerlingen die het financieel breder hebben, zijn vaak wat zelfverzekerder met soms ook een grote mond. Ze willen graag laten zien dat ze er zijn. Leerlingen in armoede zijn vaak meer timide, wat rustiger. Leerlingen zijn heel erg met elkaar bezig. Dit heb jij en ik niet of andersom.
Ze kunnen het nog niet goed benoemen, maar toch heb ik meermaals leerlingen bij me gehad die, na doorvragen, gewoon honger bleken te hebben. Ik gaf ze mijn eigen boterhammen of ik haalde in de kantine een broodje voor ze.
Wat zou kansengelijkheid in het onderwijs kunnen bevorderen?
Inmiddels maken wij gebruik van het gratis schoolontbijt van het Jeugdeducatiefonds. Dit is mogelijk omdat meer dan 30 procent van onze leerlingen uit een gezin komt met een laag inkomen.
Er is veel gesproken over hoe we dit in konden richten op school om leerlingen niet te labelen als arm. De insteek moet zijn dat we op school allemaal gelijk zijn. Uiteindelijk zijn we gekomen tot een ontbijtkraampje.
Op zondagochtend word ik wakker, dan loop ik een rondje met mijn hondje Link, drink ik een bakkie koffie en ga ik naar de Dirk van de Broek in Amsterdam Noord. Ik vul mijn kar met 15 broden, 4 kilo kaas (gesneden), 50 bakjes yoghurt met muesli, 120 pakjes Wicky, 4 kilo bananen, 4 kilo perssinaasappels, 3 kilo mandarijnen, 60 Snelle Jelles en 60 pakken liga en reken
€ 169,45 af. Op maandag ben ik om 06.45u op school om alles uit te laden. Ik open de school en om 07.45 u maak ik samen met de directeur, de verzuimcoördinator en de zorgcoördinator het ontbijt klaar. We maken tosti’s, persen verse jus d’orange en zetten een grote pot thee.
Vanaf 8 uur mogen de leerlingen naar binnen. Ons ontbijtkraampje staat bij de doorgang naar de kantine. Alle leerlingen komen hierlangs omdat de kluisjes in de kantine staan. Sommige leerlingen pakken wat, anderen niet. Het maakt niet uit. En het wisselt ook. Maar het werkt wel. Een leerling die ik in 2 jaar tijd nog niet heb zien lachen, loopt sinds het schoolontbijt veel gelukkiger rond door de school. Daarnaast hebben we minder agressie en zijn leerlingen liever voor elkaar. Wat we ons niet hadden gerealiseerd is dat samen eten ook voor saamhorigheid zorgt.
Wat zou je je jongere zelf willen meegeven?
Carpe Diem quam minimum credula postero.
Pluk de dag en wacht niet tot morgen.