Meet Esther // Docent omgangskunde // VSO

Wie ben je en waarom heb je gekozen voor het onderwijs?

Mijn naam is Esther Wokke en ik ben, sinds 10 jaar, omgangskunde docent, mentor & trainer.

Na 3 persoonlijke gewapende overvallen in mijn eigen tankstation ben ik er heilig van overtuigd dat je aan ‘de voorkant’ van het kind moet zijn en niet achteraf gaan ‘pleisters plakken’ want dat voelt als mosterd na de maaltijd waaronder ‘achterstand’ ineens een modewoord is geworden.

En omdat kinderen het grootste gedeelte van hun belangrijke ontwikkeltijd en leven op school zitten, wilde ik daar mijn grote steen aan bijdragen. Ik wilde mijn negatieve ervaring omzetten in iets positiefs. Wekelijks mag ik mijn zelfgemaakte omgangskunde lessen (lees; levenslessen/levensvaardigheden) meegeven aan leerlingen en mag ik leerkrachten en mentoren training geven om deze levensvaardigheden zo jong mogelijk in te zetten. Hoe jonger, hoe speelser en hoe ouder hoe meer bewuste sociale souvenirs ik ze aanreik.

Wat zie je aan kansenongelijkheid in het onderwijs?

Ik zie verschillende dingen in het onderwijs wat zeker het kansenongelijkheid ‘aantikt’ en waar in mijn ogen nog veel winst te behalen valt. De overheid helpt gezinnen met de laagste inkomens financieel, maar het kind ansich binnen het gezin is dan nog steeds niet echt geholpen.

Ik ben werkzaam in het VSO en het feit dat mijn leerlingen niet eens buiten de deur durven te vertellen dat zij op speciaal onderwijs zitten, vind ik méér dan erg voor de jongeren. Dat geeft meteen een duidelijk beeld over hoe anderen denken en praten over leerlingen binnen het speciale onderwijs.

Ik denk dat we iets aan die naam moeten doen, zeker nu passend onderwijs, inclusief onderwijs en kansenongelijkheid ook zo aanwezig is binnen het onderwijs. Want elk kind is toch uniek en speciaal? Ze worden in de buitenwereld vaak uitgelachen of in een hokje geduwd terwijl ik ze juist altijd vertel hoe trots en blij ik met en op ze ben. Dat juist ik hen mag lesgeven en coachen en hen de levenslessen en levensvaardigheden mee kan geven tijdens mijn zelfgemaakte omgangskunde lessen en mentorlessen waar ze hun hele leven wat aan hebben. Denk aan doorzetten, veerkracht, om-een-hoekje-denken, oplossingsgericht denken, creativiteit, sportiviteit, motivatie, zelfinzicht, bewustwording, autonomie etc.

Ik vertel ze dat zij tijdelijk wat extra hulp krijgen en, uiteindelijk, zij zelf met hun gedrag laten zien hoe lang zij die extra hulp nodig hebben bij mij op het speciale onderwijs.

De manier van mijn les aanreiken (kleurrijk/leuk/fun/interessant/passend bij het kind), mijn gedachtegoed, mijn lesgeefstijl geeft mij, de ouders en (achteraf) ook de jongeren zoveel voldoening en verrijking. Vele jongeren komen de laatste jaren terug naar school om mij te bedanken voor de handige en wijze levenslessen. Hoe trots kun je zijn?

Ook zie ik het pygmalion-effect terugkomen en natuurlijk scheer ik zeker niet alle leerkrachten en mentoren over één kam maar we zouden ons er nog bewuster van moeten en kunnen zijn. Een mooi praktijkvoorbeeld: Een moeder praat gebrekkig Nederlands in een start- of rapportgesprek, dat betekent niet automatisch dat het kind ook een ‘gebrekkige’ opvoeding krijgt. Toch moet je als docent scherp blijven om je niet mee te laten slepen in je onbewuste gedachten want een moeder die gebrekkig Nederlands praat zegt niets over de cognitieve en sociale vaardigheden van het kind.

Sterker nog, ik merk juist op dat ‘dit’ soort kinderen vaak extra fanatiek zijn om zich te bewijzen naar zichzelf en de buitenwereld toe wat ik als docent juist omarm maar ze daarin ook bescherm.

Daarnaast vind ik persoonlijk de klassen te groot waardoor jij als leerkracht/mentor helemaal niet alles weet van o.a. de thuissituatie van een leerling. En dat is mijn ogen een gemis.

Ik raad ook alle leerkrachten in het PO en mentoren in het VO aan een startgesprek in te plannen aan het begin van een nieuw schooljaar ook al denk je ‘ik ken het kind al’. Waarom zeg ik dit? Elke vibe tussen 2 mensen is anders, dus ga op onderzoek uit samen en verbind ‘opnieuw’.

En als je helemaal een duidelijk beeld wilt hebben, maak dan tijd voor een huisbezoek aan het begin van het schooljaar dan voelen ouders zich ook meer gezien en gehoord en kun je er meer voor hen en het kind zijn waar het kan en moet.

Ouders zullen in hun eigen vertrouwde omgeving jou eerder iets toevertrouwen dan op school of via de mail, ik noem het altijd meebewegen met en in de situatie.

Ik zal er dan voor zorgen dat de leerling geen stress ervaart van het niet compleet hebben van schoolspullen. Terwijl ik een andere leerling juist in-train om verantwoordelijkheid te pakken, om schoolspullen juist wel compleet te hebben. Levenskunde op maat.

Kansenongelijkheid komt vooral doordat wij in een prestatiemaatschappij zitten. Geef eerst voorrang aan de sociale souvenirs en dan pas aan de prestatie. Als we allemaal weten dat je de leerstof pas opneemt als je lekker in je vel zit, dan weten we toch ook wat het belangrijkste is en hebben we toch meteen ons antwoord?

Wat zou kansengelijkheid in het onderwijs kunnen bevorderen?

Iedereen is gelijk en waar eventueel meer hulp nodig is, geven! Dus vragen zoals waar stond je wieg? Wat is je achtergrond? Wat zijn je wegen daarna? Welk weg heb je moeten of kunnen bewandelen? Deze zijn zeker van belang. Zet leerlingen in hun eigen kracht, maar dan al wel zo vroeg mogelijk.

Het liefst al bij het consultatiebureau om ouders te coachen en sociale souvenirs mee te geven om de kinderen hier een mooi basis van mee te geven. En dit vooral in kansarme gezinnen waardoor het woordje ‘achterstand’ niet meer speelt.

Mogen zijn wie je bent, met al jouw plussen en minnen is in mijn ogen het allermooiste cadeau wat je als kind kan krijgen en als professional kan geven. Vergroot de plussen (talenten) en verklein de minnen. Maak leerlingen (maar ook ouders) hier op een zeer vroege leeftijd bewust van. Deze levenslessen krijgen al mijn leerlingen mee en deze levenslessen geef ik ook door aan de docenten/mentoren die ik training geef. Dit zijn altijd mooie eyeopeners. Tegenwoordig geef ik de ouders van mijn mentorleerlingen ook een omgangskunde les met sociale souvenirs i.c.m. (zelf)inzichten en bewustwording. Dit met veel plezier en succes!

Wat zou je je jongere zelf willen meegeven?

Wil een goed mens zijn van binnenuit elke dag? Dan is de grote vraag ‘hoe?’ Dat weet jou innerlijke ik als geen ander, maar dan moet je die wel ontwikkeld hebben in het begin van je jeugd. Een kind wordt niet slecht geboren maar door omstandigheden ‘slecht’ gemaakt. Ik zeg dan ook altijd: ‘Eerst het kind en dan de leerling’. Mijn motto is: ‘Wat heb je aan een diploma als je als mens niet slaagt?’