Wie ben je en waarom heb je gekozen voor het onderwijs?
Mijn naam is Abdelhakim en de weg naar het onderwijs was lang en ingewikkeld. Maar dankzij een aantal kansen die ik heb gekregen, ben ik nu docent natuurkunde binnen het voortgezet onderwijs.
Op 26 juni 2007 was ik klaar met mijn bachelor natuurkunde in Marokko, alleen was er geen werk te vinden binnen mijn vakgebied. Mijn voorbestemde pad in Marokko was het werk van mijn vader overnemen. Hij was een kleine boer en had zo rond de 25 schapen en 1 koe. Voor water moesten we 5 uur op een ezel de bergen in en daarna 5 uur terug, een hele andere wereld. Ondanks mijn liefde voor Marokko en mijn ouders, besloot ik het avontuur aan te gaan en naar mijn broer in Nederland te gaan. Ik vroeg een studievisum aan om in een jaar mijn NT2 opleiding te halen aan de Hogeschool Inholland. Dit was een hele heftige tijd. Ik zat in de klas, maar verstond de docenten niet en binnen 7 weken kreeg ik een toets om te kijken of ik op A1 niveau zat. Of ik in Nederland mocht blijven, was afhankelijk van mijn resultaten. Van de 30 studenten hebben er uiteindelijk maar 8 de opleiding daadwerkelijk gehaald.
Dat ik in een jaar tijd B2 in de Nederlandse taal had behaald, maakte me nieuwsgierig naar het onderwijs. Na mijn NT2 opleiding koos ik ervoor om naar de lerarenopleiding te gaan. En om een verblijfsvergunning te behouden, moest ik na mijn studie een baan kunnen vinden. Dat ik een opleiding zou gaan doen met veel baangarantie was dus extra belangrijk voor mij. Maar eerst moest ik die opleiding nog zien te halen. Tijdens de lerarenopleiding moest ik ieder jaar 55 van de 60 studiepunten halen, anders zou ik mijn verblijfsvergunning moeten inleveren en binnen 3 dagen het land verlaten, terwijl mijn klasgenoten dit minimum van 55 punten per jaar niet hadden.
Ik werkte hard, overdag studeerde ik en ’s avonds werkte ik bij de Albert Heijn om alles te bekostigen. Mijn stages in het onderwijs waren een uitdaging. Ik beheerste de taal nog niet goed, maar heb dat gecompenseerd in de voorbereidingen van mijn lessen. Ik ontwikkelde veel lesmateriaal en mijn stagebegeleiders zagen dat de inhoud klopte. Ze hadden er vertrouwen in dat ik de taal snel eigen zou maken. Daar ben ik ze heel dankbaar voor.
Na mijn opleiding vond ik een baan op een middelbare school in Amsterdam. Deze school heeft echt verschil gemaakt. Ik had nog zo veel dingen waar ik aan moest voldoen en mijn toenmalige directeur en HR-medewerker hebben alle stappen met me doorlopen. Van het juiste contract tot en met een organisatieregistratie bij de IND. Dankzij hen ben ik nu met veel plezier werkzaam in het onderwijs.
Wat zie je aan kansenongelijkheid in het onderwijs?
Ik relateer heel veel dingen aan mijn eigen traject. Ik heb kansen gekregen. Tijdens mijn eerste jaar op de lerarenopleiding, moest ik gelijk stagelopen. Ik was toen pas een jaar in Nederland. Maar mijn stagebegeleiders hebben mij enorm geholpen. Om mijn taal te compenseren, bereidde ik mijn lessen heel goed voor. Mijn stagebegeleiders zagen dat de inhoud klopte en hadden er vertrouwen in dat mijn Nederlands snel zou verbeteren en zo werden mijn stages tijdens de opleiding toch met voldoende (en zelfs ruim voldoende) beoordeeld.
Als docent zie ik dat het gegeven advies niet altijd overeenkomt met de capaciteit van de leerlingen. Zo zijn er veel leerlingen die na het vmbo nog doorstromen naar de havo of zelfs vwo. Er worden andere eigenschappen van leerlingen of het gedrag wat zij laten zien meegenomen in de beoordeling die zij krijgen van docenten. Denk bijvoorbeeld aan introverte leerlingen, zij laten soms onvoldoende zien wat ze in huis hebben, het is zonde dat we daar als onderwijsprofessionals te weinig oog voor hebben.
Daarnaast zie ik dat de thuissituatie soms een obstakel is en dit gaat ten koste van de focus op school. En in buitenlandse gezinnen speelt taal ook een belangrijke rol. Zelfs zo dat kinderen hun ouders uitlachen vanwege hun gebrek aan taal met als gevolg dat ouders geneigd zijn hun handen van hun kinderen af te trekken, dit gaat ten koste van de ouderbetrokkenheid en dat is weer te merken op school. Ik begrijp dat als een leerkracht de fundering vanuit huis niet ziet, deze voorzichtiger is in het advies. Maar zo zou het niet moeten zijn.
Ook de beschikking tot middelen speelt mee. In Frankrijk en Marokko is er een groot aanbod van privéscholen. Het zou zonde zijn als we daar in Nederland ook naar toe gaan. Iedereen moet naar dezelfde school, of je nou het kind van de koning bent of van een arbeider.
Wat zou kansengelijkheid in het onderwijs kunnen bevorderen?
Leerlingen de kans geven om op te stromen, al dan niet gedeeltelijk. Leerlingen krijgen een advies op basis van hun laagste vak, terwijl ze soms heel goed zijn in de exacte vakken, ik noem dat magische hersenen.
Daarnaast zou het fijn zijn als de klassen kleiner zijn. Er is een tekort aan leraren, je moet bevoegde leraren meer inzetten voor het daadwerkelijk geven van lessen. Nu word je ook belast met taken zoals nabellen als een leerling verzuimt.
Wat zou je je jongere zelf willen meegeven?
Probeer zo veel mogelijk op een lieve, open manier te delen; je gevoel, je emoties, je ideeën en je kennis. Daar worden we allemaal rijker van.